BOHEMEN |
Pittoreske steden |
Kastelen |
Karlovy Vary | Hluboká |
Český Krumlov | Karlštejn |
České Budějovice | Konopiště |
Telč | Troja |
Melník | Český Sternberk |
Kutná Hora | |
Plzen | |
Tábor | |
Terezín (Theresienstadt) | |
Bohemen vormt het meest westelijke deel van
Tsjechië, aan de randen omgeven door middengebergten. In het midden ligt een glooiend
gebied dat doorsneden wordt door de rivieren Vltava (Moldau), Labe (Elbe) en Ohre.
De gebergten in het westen worden tot het Česky les (Boheems bos)
gerekend, waar onder andere Marianske Lazne ligt. Sumava heet het deel van het Duitse
Bömerwald dat aan de Tsjechische kant van de grens ligt.
In het noorden liggen Krusne Hory (het Ertsgebergte), Luzicke hory, Jizerksy hory,
Krokonose (het Reuzengebergte) en Orlické hory (Adelaarsgebergte). De Snezka in de
Krokonose is met 1603 m het hoogste punt van Bohemen.
Spijtig genoeg is goed te zien hoe tijdens het communistische regime het milieu is
aangetast in het Ertsgebergte: nietsontziende bruinkoolwinning heeft een milieuramp laten
ontstaan van ongekende omvang.
Landschappelijk unieke plekken in Bohemen zijn de rotsformaties in het uiterste noorden en
in de buurt van Turnov, de druipsteengrotten van Koneprusy, het waterrijke gebied rond
Trebon voor het kweken van karper en de recreatiegebieden bij de meren en de stuwdammen.
Een heel bijzondere bestemming vormen de kuuroorden. Bohemen kent een groot aantal
plaatsen waar geneeskrachtig water en gas uit de grond. Deze minerale en thermale bronnen
vormden, aangevuld met geneeskrachtige modder die op verschillende plaatsen gevonden
wordt, de basis voor de aanleg van bijna 40 kuuroorden.
Uniek in het sterk wisselende landschap zijn de tientallen historische stadjes met hun
marktpleinen en de burchten en kastelen. De ligging van het uitgestrekt grondgebied van
Bohemen in het hart van Europa maakte dit van oudsher trouwens een kruispunt van
handelsroutes en culturele invloeden.
Door de strategische ligging van het Boheemse land bloeide de handel en de culturele
uitwisseling zeer goed, maar er was ook een voortdurende militaire bedreiging van de zijde
van de sterkere buurlanden. De verdediging van het land en de behoefte aan een sterke
regering leidde tot de oprichting van een reeks van feodale zetels, die vanaf de 12de eeuw
de verouderde Slavische burchten vervingen.
De eenvoudige verdedigingsburchten met hun karakteristieke bouw op een rots, een heuvel of
in het water vormden een schril contrast met de majestueuze koninklijke kastelen, die de
regerende macht symboliseerden.
Met de komst van een nieuwe levensstijl aan het eind van de 16de eeuw groeide het aantal
comfortabel uitgeruste wereldse en kerkelijke residenties, kastelen en landgoederen. De
kastelen waren ofwel voor het bestuur van de domeinen, ofwel als woon- of lustoord.
Grote fortuinrijke families waren bijvoorbeeld: de familie Schwarzenberg, Sternberk, von
Eggenberg, Rozmberk, enz...
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn een aantal kastelen verwoest, alle werden in de
communistische periode staatseigendom. In 1991 kregen de erfgenamen van de kasteelheren
hun eigendommen terug, maar vele kastelen zijn als cultureel en historisch monument aan de
staat geschonken.
In Bohemen en Moravië zijn tot op de dag van vandaag meer dan 2000 burchten, kastelen,
vestingen of ruďnes te zien.