Op de moerassige vlakte van
Ceské Budejovice bevonden zich reeds in de 13de eeuw twee plaatsen: Roznov dat de heren
van Ruze toebehoorde en Budejovice, dat zijn naam dankt aan Budivoj, zoon van Cec van
Zeleznice. De inspanningen van koning Ottakar II tegen de uitbreidingsplannen van de
Vitkovic familie leidde ertoe dat hij in 1263 de stad de titel van nieuwe koninklijke stad
verleende. Om deze reden werd de stad versterkt met dubbele muren en grachten.
De stad verhief zich op de moerassen tussen de rivieren Moldau en Malse en in het begin
was de bouw van een afwateringskanaal noodzakelijk. In een bijna perfect ovaal bouwde
architect Hyrs een netwerk van straten rond een vierkant plein.
De trouw van de bewoners ten aanzien van de Boheemse koningen beloonde Karel IV met
verschillende privileges. De belangrijkste was het recht van stapeldwang: alle kooplieden
die door Zuid-Bohemen reisden, waren verplicht hun waren gedurende drie dagen in de stad
te koop aan te bieden. Hierdoor kon de stad uitgroeien tot een handelscentrum van grote
betekenis, een ontwikkeling die nog werd bevorderd doordat in de 16de eeuw de Moldau vanaf
Ceské Budejovice bevaarbaar werd gemaakt.
In het huis van Gregorius Miller, geneesheer van een regiment werd een drankje voorbereid,
dat hij op het vuur vergat. De schoorsteen vatte vuur, waardoor het dak en binnen zeven
uur 226 huizen in vlammen opgingen, daarbij de St. Nicolaas kerk en een deel van de
vestingwerken. Van deze gotische en renaissance bouwwerken zijn alleen de kelders bewaard
gebleven, de stad kreeg een nieuw, barok karakter dat vrijwel geheel tot op heden is
bewaard gebleven.
In 1751 werd de stad een provincieplaats. De al lang bestaande handelsroute tussen deze
Boheemse stad en het Oostenrijkse Linz won daarmee eveneens aan betekenis. In de 19de eeuw
waren beide steden met elkaar verbonden door een paardentrein: aangelegd in 1832 was deze
de eerste van zijn soort in Europa. Pas in het jaar 1871 werden de paardenkrachten
vervangen door stoomkracht.
In de 19de eeuw zette een grootscheepse industrialisatie in met onder andere de Koh-i-Noor
potloden als wereldwijd bekend product.
Ceské Budejovice heeft een
mooi marktplein, het námestí Jana Zizky, omgeven met mooi gerestaureerde huizen met
arcaden. Het is een volledig vierkant plein met een zijdelengte van 133 meter, rekening
houdend met de latere aanpassingen. In het midden staat de weelderige 18de eeuwse
Samson-fontein. Het 18de eeuwse barokke raadhuis is versierd met beelden. De St.
Nicolaaskerk werd in het midden van de 17de eeuw in barokstijl gebouwd op de plaats van
een gotische kerk. Ervoor staat de Cerna Vez, de Zwarte Toren, een 16de eeuwse
Renaissancetoren en vroegere klokkentoren.
Eén van de oudste legendes
in Budejovice is de 'steen der dwaling'. Deze vijfhoekige steen met ingekerfd kruis in de
stenen op het plein niet ver van de Samsonfontein geeft de plaats aan waar in 1478 tien
jonge mannen werden geëxecuteerd. Men vertelt dat hij die na negen uur 's avonds over de
steen loopt, verdwaalt in de straten.
Meer info:
Ceské
Budejovice
Budvar
brouwerij