TROJA |
De wijk Troja heeft haar naam ontleend aan het gelijknamige slot dat hier aan het eind van de 17de eeuw door de Bourgondische architect Jean-Baptiste Mathey in opdracht van graaf Wenceslas Adalbrecht von Sternberg (1640 - 1708) werd gebouwd op de fundaties van een kleine boerderij. De stijl van het kasteel is gebaseerd op die van renaissance villa's in Italië. |
|
De bouwheer had met de aanleg van het slot twee bedoelingen:
in de eerste plaats moest Troja dienen als een zomerresidentie en lustslot in de Boheemse
hoofdstad, daarnaast kon het bij gelegenheid fungeren als rustplaats en jachtslot voor de
keizer. Deze laatste was namelijk eigenaar van het aangrenzende jachtgebied 'Stromovka'
genaamd.
De keuze van het type van kasteel was niet toevallig: zij ging gepaard met de pogingen om
de politieke positie van de Tsjechische hogere adel te herverstevigen na de nederlaag van
de Boheemse Standen. Tijdens en na de Dertigjarige Oorlog werd de invloed van de
buitenlandse hogere adel namelijk steeds groter en belangrijker voor de Habsburgse keizer.
De bouwheer van het kasteel stierf in 1708. Hij werd opgevolgd door verschillende
eigenaars van de Sternberg familie. In 1757 werd het kasteel zwaar verwoest tijdens de
belegering van Praag door het Pruisische leger. Daarom verkocht Jan van Sternberg het
kasteel aan keizerin Maria Theresia die het liet restaureren voor het instituut van de
adellijke dames die hun zetel hadden in de Praagse Burcht. Doch reeds in 1776 verkocht de
keizerin het weer en daarna is het kasteel in handen geweest van verschillende wereldlijke
en geestelijke eigenaars. In 1842 kwam het in handen van ridder Ferdinand Windischgrätz.
Tussen 1977 en 1989 werd het kasteel grondig gerestaureerd en het wordt nu gebruikt door
de Nationale Galerij van Praag als tentoonstellingsruimte.
Tegenwoordig is in Troja een deel van de verzameling Tsjechische 19de eeuwse schilderkunst
van de Nationale galerij ondergebracht. In de voormalige stallen is een tentoonstellingsruimte ingericht.
Met uitzondering van de gebeeldhouwde trappartij oogt de
buitenkant betrekkelijk sober. Karakteristiek is wel het rode en witte pleisterwerk.
De vele thema's en motieven aan de buitenkant en zeker in het interieur dienen maar één
doel: de verheerlijking van het huis Habsburg en de dank aan God voor het schenken van
deze heerschappij aan de Tsjechen. Het Habsburgse huis was immers de bewaker van het
christendom tegen de Turken.
Dezelfde intentie spreekt uit de beeldengroep die de ovale trappartij aan de hoofdgevel
van het slot siert. Op de trapleuning staan beelden van antieke goden. In de ovale put
liggen de twee Giganten die de Heerschappij van de Goden tevergeefs betwistten. Het geheel
beeldt de zogenaamde 'Strijd der Giganten' uit en symboliseert de juistheid van de door
God bepaalde wereldorde. Het werk is van Jan Jiri Herrmann en zijn neef Pavel. Hetzelfde
thema wordt overigens uitgebeeld door de beelden op het hek van de Praagse burcht.
Rond het slot loopt een uit twee delen bestaande Franse tuin
die uitkijkt op de in de verte gelegen Praagse burcht. Het slot zelf wordt eerst omringd
door een terras dat hoger is gelegen dan de beide tuinen. Via de monumentale trappen
bereikt men de eerste tuin, waar in het midden een grote fontein staat. Even verderop
staat het huis van de tuinman met daartegenover de oranjerie. Een trap leidt naar de
tweede tuin, die lager is dan de eerste. Daar bevindt zich een poppentheater, waar in de
zomer ook concerten worden gegeven.
In het midden van de geometrische aangelegde tuin is een doolhof aangelegd.
De interieurdecoratie is echter overvloedig.
De vertrekken binnen zijn aan het plafond en de muren voorzien van enorme
historieschilderijen, die de heerschappij van de Habsburgers en de familie Sternberg
verheerlijken. Graaf Sternberg droeg in 1689-1690 de decoratie van het interieur van het
slot op aan de Italiaan Giovanni Marchetti en zijn zoon Giovanni. Dit was echter niet tot
zijn volle tevredenheid, want kort daarop nam hij de Antwerpenaar Abraham Godin in dienst
om het karwei af te maken.
Het hoogtepunt vormen de fresco's in de Grote Zaal, geschilderd door de Antwerpenaar
Abraham Godyn. Godin ontwierp voor de grote zaal een imposante trompe l'oeil architectuur.
In het midden van het plafond bevindt zich het 'Alziend oog', waaromheen zich de hoge
geestelijken en de leden van de Habsburgse dynastie groeperen met talrijke zinnebeelden
die de eenheid tussen de kerk en de staat symboliseren.
Aan de linkerwand beeldt een groot fresco de 'Triomftocht van keizer Leopold I' uit na de
zege op de Turken in 1683 bij Wenen.
Op de tegenoverliggende muur wordt Rudolf van Habsburg getoond die zijn paard ter
beschikking stelt aan de priester, opdat deze een stervende het laatste oliesel geven kan.
De muren in de lengterichting sierde Godin met afbeeldingen van Rudolf I, Friedrich III,
Ferdinand II en Ferdinand III. Boven de ramen bevinden zich de borstbeelden van negen
andere leden van het huis Habsburg.
Vlakbij het slot ligt de Zoo. Deze dierentuin is gevestigd op een terrein dat vroeger bij het slot hoorde. Dat is te zien aan het gebouwtje rechts van de ingang dat in dezelfde stijl is opgetrokken als het slot en zijn bijgebouwen. De kleine zoo ligt op de flank van een heuvel, waardoor de omgeving en de uitzicht al de moeite waard voor een wandeling.