JOHANNES HUS |
|
Johannes Hus is één van de grootste persoonlijkheden uit de Tsjechische geschiedenis. Hij gaf al zijn kennis, bekwaamheden en kracht voor de verdediging van de gewone Tsjechische burgers.
Jan Hus werd geboren in 1370 in Husinec, Zuid Bohemen.
Als arme student aan de Praagse universiteit werd hij al vlug geconfronteerd met
het harde leven van het gewone volk.
Door bemiddeling van zijn leerling Hiëronymus van Praag (evenals Hus op de
brandstapel omgekomen) had Hus kennis gemaakt met de geschriften van de Engelse
hervormer John Wycliff (ą1330-1384). Hus bestreed in diens geest het kerkbezit,
de verwereldlijking van de clerus, de aflaathandel, het pauselijk gezag en de
kerkelijke hiërarchie. Zijn kritiek richtte zich dus meer op de kerkelijke
structuur dan op de theologische opvattingen.
Toen omstreeks 1400 Tsjechische hoogleraren partij kozen voor de leer van Wyclif en hun Duitse collega's zich tegen deze leer keerden, ontstond een scherp conflict tussen Tsjechen en Duitsers. Hus en Hiëronymus van Praag drongen aan op versterking van het Tsjechische element in de Karelsuniversiteit.
Koning Václav IV besliste toen in 1409 bij het decreet van Kuttenberg, dat van de vier stemmen in het bestuur der universiteit drie aan Tsjechen zouden behoren. Hus werd tot rector van de universiteit benoemd, echter met als gevolg dat vele Duitse professoren en studenten de oudste Midden-Europese in 1348 gestichte universiteit van Praag verlieten en in Leipzich een nieuwe universiteit oprichtten.
Behalve onder de Tsjechische studenten kreeg Hus veel aanhang onder de Praagse bevolking door zijn prediking in de Tsjechische volkstaal in de Bethlehemkapel (herbouwd in 1950). Hus drong aan op lezing van de bijbel, ook door het gewone volk, en op secularisatie van de kerkelijke goederen, waarbij hij door zijn democratische opvattingen het gezag van de kerk en de bestaande maatschappelijke orde aantastte. Ook elders in Europa ontstond er een sterk streven naar zuivering van de kerk.
In de ideeën van Hus leefde ook sterk Tsjechisch nationaal bewustzijn, dat tot uitdrukking kwam in zijn vernieuwing van de orthografie, waarbij hij voor het eerst de diacritische tekens invoerde.
De paus bleef zijn grootste tegenstander en in 1411 werd Hus in de ban gedaan, nadat in 1410 de leer van Wyclif was veroordeeld. Hus ging echter onverstoorbaar zijn weg en publiceerde zijn werk "De ecclesia" (Over de kerk), waarin hij zijn vernieuwingsideeën uiteenzette zonder bepaalde kerkelijke dogma's aan te tasten, zoals die over het vagevuur, de transsubstantiatie en ook de Marie- en heiligenverering.
Noch de excommunicatie van Hus noch het interdict over Praag hadden de uitwerking, die de paus ervan verwachtte en men besloot nu Hus naar het concilie in Konstanz te laten komen om zich te verantwoorden. Hus kon moeilijk weigeren. Het gevaar was niet denkbeeldig dat de paus dan een kruistocht zou organiseren tegen de Boheemse staat, die immers "ketters" in bescherming nam! Keizer Sigismund, de broer van de Boheemse koning Václav IV, beloofde Hus een vrijgeleide. Hus, overtuigd dat het gelijk en het morele recht aan zijn kant stonden, vertrok naar Konstanz en tekende hiermee zijn doodvonnis. Hij werd beschuldigd van ketterij en tot de brandstapel veroordeeld. Ondanks het vrijgeleide deed keizer Sigismund niets om hem te redden.
Hus werd op 6 juli 1415 verbrand en zijn as strooide men uit over de Rijn. Een jaar later stierf zijn geestverwant Hiëronymus van Praag ook op de brandstapel. Wanneer de paus, de katholieken en de Duitse adel hadden gedacht dat hiermede de zaak gesloten was, vergisten zij zich deerlijk! De dood van de populaire prediker veroorzaakte in de Boheemse steden en dorpen en ook onder de Tsjechische adel grote verontwaardiging.
Keizer Sigismund die zijn broer Vácalv IV in 1419 opvolgde, keerde zich fel tegen de hussieten. Het was het begin van de hussietenoorlogen, waarin zowel religieuze als politieke en nationale motieven een rol speelden. Aanvankelijk woedde een felle strijd tussen de legers van de keizer en de hussieten, maar onderlinge tegenstellingen ondermijnden tenslotte de positie van de hussieten.
Er vormde zich al vlug een gematigde en een radicale richting. De eerste, de calixtijnen (van calixta: kelk) ook wel utraquisten genoemd, eiste evenals de radicale richting dat de kelk bij het Avondmaal aan de leken zou worden uitgereikt. Maar de meer radicalen verwierpen bovendien de leer van het vagevuur, de verering der heiligen, de beeldendienst enz. en waren dus te vergelijken met protestanten elders in Europa. Zij bouwden een vestingstad en noemden deze Tábor naar de berg Tábor uit de bijbel. Ze noemden zichzelf Táborieten en kozen belangrijke legerleiders als ika en Prokopius de Grote. De gematigden behielden tenslotte de overhand, de Táborieten verdwenen als strijdende partij maar veel van hun geestelijk erfgoed bleef bewaard bij de Boheemse Broeders.
Toen de Hervorming veld won, keerden sommigen terug naar de roomskatholieke kerk, anderen sloten zich aan bij lutheranen, calvinisten e.d. Op het Staroměstské náměstí in Praag werden op 20 juni 1621 27 hussietische leiders in een openbare executie ter dood gebracht. Dit vonnis betekende het einde van de hussietische beweging. In de jaren 1621-27 verlieten niet minder dan 40.000 Tsjechische families Bohemen. Zij vluchtten naar Duitsland, Engeland en Nederland, waar ook de laatste protestante Boheemse vorst "de Winterkoning" Friedrich von der Pfalz bij zijn neef prins Maurits een toevlucht vond.
Zonder Hus zou er vermoedelijk nooit een onafhankelijke Tsjechische staat zijn ontstaan. Masaryk schreef: "De hussietische beweging heeft in de Tsjechische geschiedenis dezelfde betekenis als de Grote Franse revolutie in de Franse geschiedenis ....". Het is weinig bekend, dat de befaamde Franse schrijfster George Sand, blijkbaar geinspireerd door de Tsjechische vrijheidsstrijd, een romantetralogie aan de hussieten wijdde in het midden van de vorige eeuw. In het revolutiejaar 1848 schreef de Tsjech Josef Kajetán Tyl een historisch drama "Jan Hus". Alois Jirásek bracht in historische romans de tijd van Hus en de hussieten tot leven. Enige tijd geleden werd in kringen van het Vaticaan bekend gemaakt dat Jan Hus, die 550 jaar geleden werd verbrand, gerehabiliteerd zal worden.
Het monumentale standbeeld van Johannes Hus, een creatie van Ladislav aloun uit jaren 1903-1915, verheft zich midden op het Praagse Staroměstské náměstí. Het toont niet een martelaar maar een zelfbewuste predikant, die het volk oproept tot verzet.