CESKÝ KRUMLOV |
In het heuvellandschap van de
uitlopers van de Sumava ligt Ceský Krumlov (14.000 inw.), een romantisch middeleeuws
stadje waar de Moldau zich sierlijk omheen slingert. Ceský Krumlov is na Praag de
grootste toeristische attractie van Bohemen. Het mooiste uitzicht op het slot heeft men vanaf de Moldau. Het kasteel werd gebouwd op een overhangende rots boven de rivier, als bescherming voor de waterwegpassage naar het Oostenrijkse Linz. |
Geschiedenis
De Vítkovici stichtten de burcht rond 1240. De enige toegankelijke zijde werd door een
gracht en een wal beschermd. Daarachter bevonden zich de woonruimten en het paleis. Vanuit
de eerste verdieping ervan kon men over een valbrug de naburige cilindrische toren
betreden. De Eggenbergs werden in 1719
afgelost door de Schwarzenbergs. Vorst Josef Adam, de tweede Schwarzenbergse bezitter van
Krumlov liet de rijschool bouwen en een cascadefontein op het terras van de kasteeltuin.
In die periode ontstond ook de prachtige Maskerzaal met de vaak heel geestige 18de eeuwse
fresco's. De collectie 17de eeuwse wandtapijten is de mooiste van het land. Tenslotte liet
de vorst het laatbarokke theater bouwen, dat door gangen in de bovenverdiepingen van de
mantelbrug verbonden is. In het begin van de 20ste
eeuw worden meerdere delen van het kasteel voor het publiek toegankelijk gesteld, en in
1947 wordt het kasteel tezamen met de andere eigendommen van de Schwarzenbergs eigendom
van de Tsjechische staat. De stad heeft altijd kunnen profiteren van de voordelen van de belangrijke bewoners van het kasteel. Talrijke privilegies, de bouw van enkele kerken, kloosters en andere gebouwen, de steun aan de ambachtskunst, de handel en natuurlijk de cultuur kan aan de families worden toegeschreven. De veranderingen aan het kasteel komen ook tot uiting in de bouw van de burgershuizen, waarvan enkele nog in de oorspronkelijke stijl, voornamelijk de Renaissance, bewaard zijn gebleven. De grote parkeerplaats heet
Jelení zahrada wat hertenkamp betekent. Jelení zahrada diende als fokterrein voor tam
wild. In een gebouw, tegenwoordig restaurant, werden bomen gevild. In de Dlouhá straat staan enkele huizen met de achterzijde tegen de vroegere stadsvesting aan. De Lazebnický brug is een houten brug over de Moldau, zij verbindt de binnenstad met Latrán en dankt zijn naam aan een voormalig badhuis aan de linkeroever van de rivier. Hier konden de burgers van Ceský Krumlov baden, zich laten knippen of scheren en eenvoudige doktersbehandelingen, zoals bloedafname, laten uitvoeren. De straat die door de wijk loopt heet ook Latran. Niet alleen in Ceský Krumlov, maar ook in andere steden van de Rosenbergs, wordt de wijk die aan de voet van het kasteel ligt Latrán genoemd. Latrán werd bewoond door kasteelarbeiders en ambachtslieden die voor de heren werkten. Vlak naast de rivier staat de H. Jost kerk, waarvan de toren goed bewaard is gebleven. Het stadsplein van
Krumlov wordt gedomineerd uit het uit de 16de eeuw in Renaissancestijl opgetrokken
gemeentehuis. Aan de voorzijde staan de wapens van Tsjechië, de Eggenbergs, de
Schwarzenbergs en de stad Ceský Krumlov. Daarnaast herkent men het symbool van de Unesco,
dat in het voorjaar van 1993 op het gebouw is aangebracht bij de erkenning van de stad als
wereld cultuurmonument.
|